Vrijdag 17 november jl. vond de manifestatie Heel Drenthe Zoemt plaats op het provinciehuis. Daar werd duidelijk hoe belangrijk bermen zijn voor planten en insecten. Insecten worden als soort ernstig bedreigd: er is sprake van een schokkende afname van het aantal insecten. De afname van tuin- en weidevogels die leven van insecten is daar een
direct gevolg van. Men vermoedt dat intensieve akkerbouw en veeteelt en vooral het gebruik van landbouwgif dit mede veroorzaken. Maar ook het beheer van openbaar groen speelt een rol.
Door verkeerd (te intensief) beheer krijgen veel planten geen kans om te bloeien. Ook het direct afvoeren van maaisel (zuig-maaicombinatie) is een probleem: larven en eitjes van insecten kunnen daardoor niet tijdig een goed heenkomen zoeken.
Beter is het maaisel even te laten liggen en pas na 3 dagen af te voeren. Wat de bermen langs Vaart betreft: die worden gelukkig wel diverser. En dat is goed voor de insecten die het moeten hebben van bloeiende planten.
Onze gemeente wil nu het groen beheer extensief gaan uitvoeren. Insecten en schrijver dezes vinden dit een goede zaak. Dat betekent dus dat er nog minder gemaaid wordt. Dan blijft bijvoorbeeld de korenbloem (Centaurea cyanus) die ik afgelopen zomer langs de Vaart aantrof langer staan en kan haar zaad goed rijpen. Korenbloem is een rode lijst plant die van nature veel voorkwam op roggeakkers. Door de teelt met gezuiverd zaaigoed komt de plant op akkers rond de Smildes vrijwel niet meer voor. Het exemplaar langs de Vaart is gezaaid door de provincie als onderdeel van een proef.
De Latijnse naam refereert aan de mythische centaur Chiron. Geraakt door een gifpijl, stelpte hij de wond met deze bloem. Een aftreksel van de bloemen en bladeren is wel gebruikt tegen bronchitis. De plant wordt hemels genoemd vanwege het hemelsblauw (cyanus) en stralend – zoals vaak bij composieten – vanwege de krans van trompetvormige buisbloempjes. De korenbloem produceert veel nectar en is dus en belangrijke voedselbron voor insecten waaronder zweefvliegen, vlinders en ook de mysterieuze sluipvlieg. Laatstgenoemde parasiteert op andere plaaginsecten. Ze worden ingezet bij biologische bestrijdingsprogramma’s.
In zijn algemeenheid ben ik van mening dat biologische akkerbouw en veeteelt verre de voorkeur hebben boven het gif dat heden ten dage over ons voedsel en landbouwgewassen gespoten wordt. Glyfosaat blijkt zich nu opgehoopt te hebben in de bodem en tast het bodemleven structureel aan. Een bij-effect dat ons meer zorgen zou moeten baren.
Wij hebben nu ook allemaal glyfosaat in ons lichaam. Wat dat doet is onderwerp van een hevig dispuut. Uit onderzoek blijkt dat het kankerverwekkend is. Maar het wordt in ander onderzoek niet bevestigd. In sommige landen is het toch verboden. Mij lijkt dat voor dit middel en de andere landbouwgiffen het voorzorgsprincipe moet gelden: better safe than sorry.