Wat groeit er langs de Vaart?

Betonie of het koortskruid (Stachys officinalis)

is een plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae).

In sommige bronnen wordt niet gesproken over de Stachys officinalis, maar wordt het kruid met zijn oudere naam Betonica officinalis aangeduid. ‘Officinalis’ verwijst naar een kruid dat in de Middeleeuwen als geneeskruid werd gezien. De naam betonie komt uit het Keltisch, een taal die volgens mij nog niet eerder voorbij kwam in deze column. Betonie is een samenvoeging van de woorden ´bew´ wat hoofd betekent en ´ton´ wat in het Keltisch goed betekent. Het betekent dus ´goed hoofd´. Dat slaat op het feit dat de plant van oudsher wordt gebruikt tegen hoofdpijn.

De geslachtsnaam ‘Stachys’ daarentegen heeft zijn wortels in het Grieks en betekent ‘aar’, of ook wel ‘speer’. Het verwijst naar de vrij opeengepakte bloemen van de betonie, die in werkelijkheid geen aren, maar schijnaren vormen. De soort staat op de Nederlandse- en Belgische Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en sterk in aantal afgenomen.

Betonie is een typische kalkindicator en je vindt de soort dan ook op kalkgraslanden in Zuid-Limburg, maar niet op de allerdroogste plaatsen. Want de plant houdt toch van een matig vochtige bodem. Ik heb een advies opgevolgd dat te vinden is op de site ecologisch-tuinieren: zaai deze planten en verspreid overtollig zaad. Dus nu trof ik – ik voel me beloond voor mijn moeite – betonie mooi aan langs onze Vaart.

De Nederlandse naam Betonie (maar ook het Franse Betoine, het Engelse Betony en van de oude botanische naam Betonica) zou volgens een andere bron naar verluid verwijzen naar Berenice uit het nieuwe testament. Weer andere bronnen verwijzen naar de ‘Vettones’, een Gallische/Keltische stam op het Iberische schiereiland. In de Romeinse oudheid werd de plant nl. ‘vettonica’ genoemd. De Engelse volksnaam ‘Woundwort’ verwijst natuurlijk naar de wondhelende kwaliteiten van het kruid, terwijl het ‘Bishop’s Wort’ verwijst naar de gewoonte om het kruid in de tuinen rondom kerken te planten. In de Duitse namen ‘Heilziest’ en ‘Heilbatunge’ wordt verwezen naar de medicinale kwaliteiten van de plant. ‘Zehrkraut’ (Teerkruid) duidt dan weer op het gebruik van de plant bij kinderen die om onduidelijke redenen gewicht verloren.

In tegenstelling tot gewone hoornbloem is over deze plant weer teveel te vertellen dan past in 1 column.

Vervolg:

In de Griekse en Romeinse oudheid werd Betonie veel als braakmiddel en bij het stelpen van bloed toegepast. Pedanius Dioscorides beschreef al de werking op het zenuwstelsel en Antonia Musa beschreef in De Herba Vettonica 47 kwalen, waartegen betonie als geneeskrachtig kruid gebruikt kon worden. In de Middeleeuwen werd de plant gebruikt bij bezweringen. Het werd vroeger op kerkelijke begraafplaatsen geplant om geesten weg te jagen. Betonie werd tegen zoveel ziekten ingezet dat men de plant gebruikte om er een universeel panacee van te maken, een medicijn tegen alle ziekten. De plant is niet echt eetbaar maar voor degene die pas tevreden is als iets genuttigd kan worden is wellicht een geruststellende gedachte dat van de bladeren en bloemen een thee gezet kan worden. Deze thee is eveneens medicinaal inzetbaar. Tegenwoordig worden de in de plant voorkomende werkzame stoffen gebruikt bij aandoeningen van de luchtwegen, diarree en blaasontsteking. Bijen, hommels, vlinders en zweefvliegen komen op de betonie af en bestuiven hem. Tot slot nog iets dat ook vandaag de dag zijn nut kan afwerpen. Erasmus sprak namelijk over het feit dat mensen een amulet van betonie droegen tegen angstwekkende visies. Misschien kan een dergelijk amulet van betonie sommige van onze politici afhelpen van angstdromen en het verkondigen er van? Om zeldzame soorten als betonie meer kans te geven is een beheer noodzakelijk waarbij niet gemest wordt en jaarlijks eenmaal gemaaid. Afvoer van het maaisel is in principe aan te bevelen alhoewle het wel gunstig is voor het insectenleven om het maaisel even te laten liggen. Insecten en larven hebben dan de tijd te verkassen. De bodem wordt door afvoer van maaisel schraler. Onze gemeente voert dit in navolging van andere gemeente zogenaamde natuurlijk beheer steeds vaker uit voor het openbaar groen en de bermen. Dat werpt zijn vruchten af langs de Vaart blijkens de vrolijk stemmende toename van de soortenrijkdom. Zo zullen er bij voorzetting en uitbreiding van het natuurlijk beheer, steeds nieuwe heemkruiden verschijnen.

Aanbevolen artikelen