Zomerfijnstraal (Erigeron annuus; synoniem: Phalacroloma annuum)
is een eenjarige plant die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae). Deze familie is enorm uitgebreid. De paardenbloem behoort er toe, evenals de havikskruiden. Ook de madelief is naaste familie. In België kent men een ondersoort met de naam madelieffijnstraal. De geslachtsnaam Erigeron is afkomstig van het Oudgriekse eri dat vroeg, en geron, dat oude man betekent. Dit verwijst naar de pluizige zaadhoofdjes. Annuus betekent eenjarig. De Nederlandse naam fijnstraal slaat op de fijne straalbloemen.
Zomerfijnstraal bloeit in juli en augustus, althans normaliter. Nu staat hij – hier en daar – al te bloeien in juni langs de Vaart. De opwarming van de aarde en de iets hogere temperaturen zullen er wel mee te maken hebben. Als dit zo doorgaat, zal op termijn de naam gewijzigd moeten worden in ‘lentefijnstraal’. Deze plant staat als zeldzaam te boek.Komt voor in Zuid-Limburg en langs de rivieren. Hij komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Is als sierplant in andere werelddelen ingevoerd en vervolgens verwilderd. En we kunnen constateren dat deze plant probleemloos en geruisloos ingeburgerd is geraakt. In Midden-Europa al sinds de 18de eeuw. Ik zou hem niet meer willen missen. Alhoewel de eerlijkheid gebiedt te vertellen dat er verwante planten zijn waar ik minder op zit te wachten, zoals de Canadese fijnstraal (eerder besproken in deze column in de tweede week van november 2015).
Ook andere niet-verwante soorten kunnen me gestolen worden zoals de opdringerige Japanse Duizendknoop. Ook voor sommige inheemse soorten kan ik weinig waardering opbrengen, al maak ik er soms een deugd van (bijv jacobskruiskruid in een bloemstuk). De zomerfijnstraal mag zich verheugen in mijn waardering en blijven (dit heet ‘tante bet stijl’ net als : hier zet men over en koffie). Bij mijn waardering voor zomerfijnstraal speelt zeker een rol dat hij ook gewaardeerd en veelvuldig bezocht wordt door vlinders, wilde solitaire bijen en ook honingbijen.
Medicinaal is deze plant niet echt gebruikt in onze contreien, wellicht omdat het geen inheemse plant is. In Amerika schijnt ze wel gebruikt te zijn bij aandoeningen van de urinewegen. Voor wie deze column vooral leest uit culinaire motieven: de bloemetjes zijn eetbaar, smaken lichtzoet. Laat er een paar over voor de bijen en vlinders aub.