Het is een kleine stap van mossen naar korstmossen. Een korstmos is een samenlevingsverband tussen een schimmel en een alg. Het gaat verder dan een partnercontract, zelfs verder dan een traditioneel huwelijk. Het is een symbiose, een samensmelting. Dat kennen wij als mensen niet, dat is alleen de planten gegeven. Alhoewel, niet zo snel, niet zo snel. Klopt dat wel? Nee. Natuurlijk kennen wij die toestand wel degelijk.
Ieder van ons heeft namelijk ooit in een symbiotische toestand verkeerd. Als ongeboren kind in de moederbuik. Natuurlijk hebt u daar nu weliswaar geen weet meer van. Maar vergeet niet dat ook de korstmos geen weet heeft van zijn symbiotische toestand! De partner alg (blauw- of groenwier) kan vrij leven, maar de schimmel is voor zijn bestaan afhankelijk van de alg. Dit klinkt niet geheel gelijkwaardig. De alg haalt met behulp van fotosynthese energie uit zonlicht en gebruikt die om (suiker)alcoholen te vormen, waarmee de schimmel zichzelf vervolgens benevelt. Op zijn beurt zorgt de schimmel dat de alg water en mineralen kan opnemen. De schimmel biedt ook bescherming tegen vraat of te felle zon. Duidelijke kenmerken van een symbiotische relatie.
Korstmossen zijn boombewonend (epifytisch). Korstmossen veranderen onder invloed van het menselijke bedrijf. Ze vormen een indicatie voor de luchtkwaliteit. Korstmossen reageren tamelijk snel op de luchtkwaliteit. Ze halen hun voedingsstoffen uit regendruppels en stoffen in de lucht. Er zijn soorten die gevoelig zijn voor ammoniak – een verbinding van stikstof met waterstof – en soorten die juist gedijen op ammoniak en ook zwavel. Zwavel, stofstof, kalium, kalk en fosfaat zijn de belangrijkste voedingselementen voor planten.
Tot de jaren 80 was de lucht zwaar verontreinigd met zwaveldioxide door kolenverbranding en industrie. Die vervuiling is teruggebracht, wat bewijst dat we ons leven kunnen beteren. Nu is zwavel niet het probleem meer, maar wel de hoeveelheid ammoniak in de lucht. Zeker op het platteland neemt die verder toe onder invloed van intensieve landbouw en veehouderij. Korstmossen die gevoelig zijn voor ammoniak verdwijnen langzaam. Ik trof overigens zowel ammoniakminnende als ammoniakgevoelige korstmossen aan op eiken langs de Vaart. Dat zal te maken hebben met maatregelen die de laatste jaren genomen zijn om de ammoniakuitstoot bij bemesting tegen te gaan (o.a. mestinjectie).
Toch maken deskundigen zich zorgen om de signalen die korstmossen afgeven en die duiden op verdere toename van stikstof in de lucht. Soorten die gevoelig zijn voor stikstof verdwijnen, zoals bijv. het boerenkoolmos. Door de opwarming van ons klimaat zien we ook nieuwe soorten die jaren geleden hier niet konden overleven. Overigens spreken de namen van al die korstmossen (meer dan 180 in Nederland) erg tot de verbeelding: wat dacht u van vliegenstrontjesmos, heksenvingermos, melig takmos of vals dooiermos?
Wat laatstgenoemde betreft: ik denk de echte op een foto gevangen te hebben. Ten bewijze: op de bijgevoegde foto het echte groot dooiermos.