Wat groeit er langs de vaart?

Nu de zomer ons vergast op hete dagen en nachten is het misschien een goed idee een verkoelend plantje als onderwerp te nemen van deze column. Dat gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis) geldt als de boodschapper van de lente staat dit nauwelijks in de weg. Het is een bolgewas uit de narcissenfamilie. Er is ook een grote variant. Hij bloeit vroeg, soms het wachten moe en ongeduldig, al in de winter. Zeker in de zachte die we tegenwoordig hebben. De bloem lijkt wit maar is kleurloos. Wrijf maar eens een bloemdekblad fijn tussen je vingers: je perst dan de luchtbelletjes die tussen de bladcellen zitten weg. Dan blijkt het bloemblad glashelder te zijn. De luchtbelletjes weerkaatsen het invallende licht in alle richtingen waardoor wij mensen het bloemdekblad als wit waarnemen.

Vroeg actieve bijen en hommels halen bij gunstig weer al vanaf februari uit de sneeuwklokjes licht oranjekleurig pollen of stuifmeel en zelfs een beetje nectar. De zaden worden door mieren versleept, omdat er een voor hen aantrekkelijk mierenbroodje aan zit. Maar de veruit belangrijkste vorm van vermeerdering gaat via de ongeslachtelijke voortplanting: de vermeerdering van de bollen. De planten zijn tweeslachtig (een bloem heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Sneeuwklokje – ik verschreef me en toen stond er ‘sneeuwvlokje’ (ook mooi en wellicht nog meer verkoelend) – is een stinseplant die zich lang kan handhaven. De geslachtsnaam Galanthus is een samenstelling van Oudgrieks γάλα, gala (melk) en  anthos (bloem), nivalis (van ‘niveus’) betekent: in of bij de sneeuw groeiend.

Vroeger werd een afkooksel van de bloembol gebruikt als braakmiddel. Een van de alkaloïden, galantamine, wordt momenteel onderzocht op een vertragende werking bij de ziekte van Alzheimer. Het pollen van kruidachtige planten zoals sneeuwvlokje vergaat snel. En daarom weten we niet of sneeuwklokje in het verleden deel uitmaakte van de oorspronkelijke bosflora in Nederland. Eli Hermans vond het sneeuwklokje ‘een dankbaar voorwerp om te bedichten’. Hij dichtte: “;Geen mens groot of klein, die niet weet dat er sneeuwklokjes in de wereld zijn…” Laat uw dichterlijk gemoed ook gerust los op dit prachtige plantje. Misschien houdt het het hoofd wel koeler.

Aanbevolen artikelen