Wat groeit er langs de vaart? Deel 3

We hebben zo’n bijzonder goed paddestoelenseizoen gehad deze afgelopen maanden dat ik me permitteer nog minstens één keer een paddenstoel te behandelen in deze column en dat is de weidechampignon (Agaricus campestris). Ik trof hem aan op een schouwpad in de Smilder Veenen. Het Latijnse woord camprestis betekent “op het veld groeiend”, Agaricus is een oude naam voor een paddenstoel.

De weidechampignon kwam vroeger overal voor. In het traditionele boerenbedrijf werd ruige stalmest als bemesting toegepast. Op gezette tijden konden de weilanden er van verre witgespikkeld uitzien vanwege de enorme aantallen weidechampignons. Vooral in paardenweiden stonden er veel. Ze vormden zogenaamde heksenkringen. Dat is een natuurlijk voorkomende cirkel van paddenstoelen. De heksenkring ontstaat uit de zwamvlok (mycelium) van één individu. Helaas, door intensivering van de landbouw verdween de weidechampignon. Overbemesting door drijf- en kunstmest in plaats van stalmest heeft de weidechampignon de das omgedaan, net als de weidevogels.

Weidechampignons werden destijds voor consumptie verzameld door liefhebbers. Als u ze wilt eten moet u goed zoeken en is het opletten geblazen. De weidechampignon is namelijk makkelijk te verwarren met de giftige karbolchampignon. Ook lijken ze oppervlakkig gezien op de dodelijke kleverige knolamaniet en de vroege knolamaniet. Of op de foto 100% gegarandeerd een weidechampignon is afgebeeld durf ik nu niet meer te beweren. Goed om te weten is dat amanieten zich onderscheiden van weidechampignons door hun witte lamellen. Bij weidechampignons zijn deze roze tot bruin. De paddenstoel kan in één nacht massaal opduiken, zoals Vader Cats al wist, want die schreef: “Kampernoelj’ of Duivelsbrood – wordt in weinig uren groot.”

Voorts ben ik van mening dat (vrij naar Cato) iedere Smildeger klant zou moeten worden van Energie VanOns via EnergieCoöperatie Duurzame Smildes en als dank een regenton krijgen (zo lang de voorraad strekt).

Aanbevolen artikelen