Wilde eerst iets schrijven over een plantje dat ik aantrof in de Smilder Veenen: bosmuur. Maar tijdens de wandelingen die ik de laatste dagen maakte schoten de paddenstoelen voor mijn voeten uit de grond. Wat een pracht en praal! De opslag ruimte in mijn telefoon is nagenoeg volgeraakt van de foto’s die ik niet kan nalaten te maken.
De herfst is in onze contreien aanbeland en dus is het tijd voor een paddenstoel. En wat voor één. Het betreft er wel een die ook in de zomer al tot forse afmeting kan groeien en zich dus onttrekt aan het stereotiep dat paddenstoelen ‘herfstig’ zijn. De Reuzenbovist (Calvatia gigantea, synoniem Langermannia gigantea) is een grote jongen, een kanjer: hij kan een doorsnee van wel 80 cm en meer hebben. Jaren geleden is er in het dorpje Vila de Um Santo (Noord-Portugal) een gevonden die twintig kilo woog.
Hij werd tentoongesteld in het plaatselijke café. Mogelijk betrof dat overigens een reuzenboleet die vaak verward wordt met een reuzenbovist. Ik trof het exemplaar op de foto aan langs een aardappelveld grenzend aan een schouwsloot. Als het vruchtvlees wit is, dan is de reuzenbovist eetbaar. Veel smaak schijnt er niet aan te zitten al kan je daar wel degelijk over twisten. Er is een risico dat er relatief veel zware metalen in zitten wanneer ze op vervuilde grond staan.
Ook is er bij paddenstoelen natuurlijk altijd het risico van een giftige soort die lijkt op een eetbare soort. De reuzenbovist verkleurt naar vaalbruin zo gauw de sporen rijp worden. Ze groeien zeer snel en vergaan ook snel. De aanduiding calvatia is afgeleid van het Latijnse woord ‘calvus’ voor ‘kaal’ en calvaria wat ‘schedeldak’ betekent.
Bovisten en andere stuifzwammen werden in de middeleeuwen gebruikt om het bloeden te stelpen. Men vergaarde ze dan vlak voor de wedstrijd, ik bedoel veldslag. Het bevat ook een klein beetje calvacin, dat tumoren kan bestrijden. Voorts ben ik van mening dat (vrij naar Cato) iedere Smildeger recht heeft op een regenton van Energie Cooperatie Duurzaam Bovensmilde en omgeving.